
Gelukkige dagen
Sil bekeek haar vingers. Het waren landkaarten, de rimpels vaargeulen.
Sil bekeek haar vingers. Het waren landkaarten, de rimpels vaargeulen.
twee verwoede pogingen gevonden te worden
Het was de eerste keer: ik was geen kind dat veel buiten speelde.
Niemand zegt mij wat te doen. Fucking niemand zegt mij fucking wat te fucking doen.
Nu komt het einde van het einde van het grote alles.
Hoewel het oktober is glinstert de hitte boven het wegdek.
En toen zei hij: ik ga alle klassiekers lezen. De groten der aarde.
Jelko herkent het geluid van zijn moeders auto. Als een hondje dat opspringt zodra het baasje eraan komt. Alleen kwispelt hij niet.
Terwijl ik gelijkmatig probeer te ademen zie ik in de spiegel hoe ze kalm achter me langsloopt.
Hijgend jogt hij door het park. Een jonge vrouw komt hem tegemoet fietsen.