papieren helden

FB

Gelukkige dagen

Sil bekeek haar vingers. Het waren landkaarten, de rimpels vaargeulen. Ze dacht aan boten en bruggen en voelde hoe de wind tegen je gezicht kon duwen als je boven op een hoge brug stond. Ze hoorde het suizen van de wind terwijl ze boven op de Brownsberg stond. Chris stond naast haar en maakte foto’s, van het landschap en van haar. Ze waren de dag ervoor vanuit Paramaribo vertrokken met een fourwheeldrive. Het eerste deel van de rit reden ze op een geasfalteerde weg, het tweede deel over een bauxietweg, vol kuilen en oranje modder. Met schuddende lijven reden ze langzaam de berg op. En dan komt het beeld boven van de bladeren die ze langs de weg zag bewegen. Ze vroeg Chris de auto stil te zetten, stapte uit, zakte door haar knieën en keek naar een optocht van honderden mieren die kleine stukken blad boven hun hoofd vervoerden. Chris kwam naast haar staan en samen volgden ze de meterslange optocht, tot ze bij een van de kraters van de mierenhoop kwamen waar de stukken blad onder de grond verdwenen. Hij vertelde over een documentaire die hij had gezien over deze bladsnijdersmieren, waarin onderzoekers een mierenhoop lieten vollopen met cement. Het bleek een complete, acht meter diepe stad te zijn, met grote en kleinere wegen en speciale kamers waar ze hun afval opsloegen.

‘Ik weet dit nog,’ zei Sil hardop. De brulapen die haar en Chris wakker hielden in hun hangmatten boven op de Brownsberg.

Ze wist het nog. Triomf. Wat ze kwijt was, was hoelang geleden de reis had plaatsgevonden, maar de mieren zaten in haar hoofd, net als de schildpadden die ze op het Surinaamse strand hadden gezien. De steeds grotere lichtvervuiling van Paramaribo was problematisch, was ze verteld, want schildpadden schrikken van licht, vooral wit licht. Ze raken dan gedesoriënteerd en lopen weer terug de zee in, leggen daar hun eieren die nooit uitkomen. Sil en Chris hadden het ook gezien, de gloed die boven de bomen van het moeras in de lucht hing. Maar veel erger waren de flitsen van de telefoons van de toeristen. De gidsen probeerden duidelijk te maken dat dit schadelijk was voor het legproces, maar men leek zich er weinig van aan te trekken. Sil beet op haar lip op dat strand om geen telefoons uit mensen hun handen te trekken.

Als wij mensen ons niet kunnen gedragen, waarom zijn we hier dan?

Blijkbaar voelde Chris haar frustratie, want hij fluisterde in haar oor: ‘Ik snap je, maar probeer ook de schoonheid te zien. Ze heeft al elf eieren gelegd, en daar komt nummer twaalf.’

Sil keek naar de leatherback die boven de kuil hing en zag een rond wit ei boven op de andere eieren vallen. En daarna nog een, en nog een. Het werkte hypnotiserend, te kijken naar dat dier en haar eieren. Toen ze haar laatste ei had gelegd, veegde de schildpad met haar poot de kuil vol zand. Daarna draaide ze zich langzaam om en liep terug naar zee, waar ze in de kleine golven verdween.

Het ritme van de stad wanneer je uit het ritme van de natuur komt, de dwingende snelheid waar geen ruimte lijkt te zijn voor een tempoverandering, het voelde als een jetlag, ook als er geen tijdsverschil was. Ze ondervond het al wanneer ze een aantal uur had gewandeld op de hei of op het strand en ze daarna het station uit liep en de tram naar haar huis nam. Het duwende en jagende tempo waar ze voor haar gevoel niet meer in meekon. Vroeger had ze daar nooit last van gehad. Het waren de twintigers die de maat sloegen, dat had zij ook gedaan, jaren geleden. Zij vormden de stad en de stad vormde zich naar hen. Zou het aan de alzheimer liggen dat ze het niet meer kon bijhouden? Hoelang ervoer ze dit verschil, hoe hard gingen haar vrienden? Op dit moment ging iedereen haar voorbij. Iedereen denderde en zij lag in bad.

De wereld is hier niet voor ons, van wie is dat ook alweer? Heb ik het zelf gedacht, bedacht? In ieder geval is het waar, de wereld is er niet voor de mensen. Als wij verdwijnen haalt de aarde haar schouders op. Als ik verdwijn zal de aarde niet eens de moeite nemen haar schouders op te halen. Ze zal het niet doorhebben.

Sil duwde op een blauwe plek op haar knie, het deed geen pijn. Ik ben al aan het verdwijnen, dacht ze. Langzaam, stap voor stap verdwijn ik. Mijn lichaam als laatste. Voor een deel ben ik al weg.


Dit is een fragment dat Papieren Helden mocht kiezen uit Gelukkige dagen, de nieuwe roman van Renée van Marissing, die op 7 november 2023 verscheen bij Querido.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,