
De stoel
Hij had gehoopt iets poëtisch te kunnen verzinnen, een levenswijsheid, een conclusie, zo maar even, uit het niets, maar de stad was geen plek voor poëzie, concludeerde hij.
Hij had gehoopt iets poëtisch te kunnen verzinnen, een levenswijsheid, een conclusie, zo maar even, uit het niets, maar de stad was geen plek voor poëzie, concludeerde hij.
Hij was het ontvlucht. Niet alleen de kroegen, de hele stad.
Waarom moet er op vakantie altijd van alles tot je doordringen?
In zekere zin moet hij mij door haar vervangen hebben.
Onder de bomen bedenken we vluchtroutes die dwars over de graven heenlopen.
Met een stompje potlood stippel ik een route uit.
Je zag er vlagen van het platteland zoals het was geweest, herinneringen waar je anderen over had horen vertellen.