Mevrouw Oppenheim is auteur van twee boeken, uitgegeven bij De Geus, onderdeel van Singel Publishers. John Jansen van Galen gaf het boek **** sterren en schreef in het Parool: de schrijver maakt in ‘Over zij en ik’ op onnadrukkelijke en ondramatische manier indringend duidelijk hoe het traumatische verleden van haar moeder hun leven en onderling verkeer ook na de oorlog bleef beheersen’. Er volgden interviews, lezingen en voordrachten. Mevrouw Oppenheim verhaalde voor het eerst hoe trauma van ouders stilzwijgend door kan sijpelen in de dagelijkse rituelen binnen het gezinsleven. ‘Haring aan de Seine’ verscheen twee jaar later en kreeg **** 4 sterren in VK.
Daarna begon ze opgewekt aan een nieuw boek. Het wilde helaas niet goed vlotten en belandde in een la. Zo nu en dan schreef ze korte verhalen, een gedachte, een essay, een aardig stukje af en toe. Maar vooral liet Mevrouw Oppenheim zich afleiden. Zo organiseert en presenteert ze met stichting DeLiteraireKaravaan binnenkort voor de zeventigste keer een kort programma waarin meerdere literaire schrijvers voordragen uit eigen werk.
Om zoveel mogelijk mensen met mooie boeken in aanraking te brengen. Dit jaar staat het programma met het thema ‘Vergezichten’ op locatie in het Amsterdamse Bos, en sinds september kun je op kunstenaarssociëteit de Kring fantastische schrijvers horen voordragen in het programma ’Schrijvers aan tafel’, toegankelijk voor iedereen. Dit jaar ontvangt DeLiteraireKaravaan ondersteuning en waardering van meerdere fondsen waaronder Lira.
Mevrouw Oppenheim studeerde enige jaren Rechten aan de UvA, woonde en werkte zestien jaar in Parijs tijdens de gloriejaren tachtig van de vorige eeuw, waar ze eerst allerlei baantjes had en toen samen met echtgenoot Boy succesvol een winkelketentje in luxe etenswaren met dégustation sur place opzetten. Ze kregen een zoon, voelde zich meer en meer thuis, bouwde een leven in Parijs op. Na lange jaren keerde mevrouw Oppenheim alleen met haar zoon terug. Aanpassen duurde een tijd. Er was veel veranderd. Ze ontmoette na enige tijd haar nieuwe liefde Dick en zijn dochters. Op een dag zond ze een kort verhaal in bij weekblad Vrij Nederland. Dat was het begin van een boek, na een schrijfcursus bij literair agentschap Sebes & Bisseling.
Mevrouw Oppenheim verhuist over een maand samen met mijnheer Oppenheim en de jonge hond Amie (die zich gedraagt als de koningin van Sheba) naar een levensloop bestendig appartement met lift in Amsterdam Zuid. Eerder woonde daar mijnheer Gispe, vooruitstrevend Nederlands ontwerper van licht ongemakkelijk zittende meubels en lampen. Mevrouw Oppenheim is vast van plan het komende jaar opnieuw achter het schrijftafeltje te gaan zitten. Het onderwerp laat zich raden wanneer je het korte verhaal ‘Klei’ hebt gelezen. Ondertussen pakt ze af en toe vast een verhuisdoos in en hoopt ze dat de schilders op tijd klaar zijn…