Op de rand van zijn bureau zit ze, haar billen drukken rimpels in de spreadsheets.
‘Regel jij het dessert, Timothy, dan neem ik het hoofdgerecht mee. Tot morgenavond.’
Zijn huid blijft plakken wanneer ze haar hand van zijn onderarm haalt. Een aangenaam schokje door zijn lichaam.
Hij is niet de enige die kijkt hoe ze de afdeling op loopt. Haar strakke kuiten lijken naadloos over te gaan in de hoge hakken. Acht centimeter, schat hij.
Eén blik achterom, naar hem.
Alleen nog de frambozen, hij moet de beste hebben, de rest heeft hij in huis. Hij neemt de route over de kade, die is rustig.
Stevige golfjes slaan kapot tegen de wand, meerkoeten zitten op hun bewegende afvalbergje. De geur van pek, een man schildert zijn woonboot.
‘Goedemiddag.’
Hij antwoordt niet, sluit zijn jas hoger, verstopt zijn neus in de kraag. De zon breekt door de bewolking. Daar houdt hij niet van. De mensen zijn dan minder alert.
Nog een paar honderd meter. Hij kan de stellingen met gekleurde waar al zien.
Twee jonge vrouwen komen hem op hun rammelende fietsen tegemoet. Ze lachen, rijden buiten het fietspad. Hij doet een stap opzij, boven op een witte straatlijn.
Af.
De dames merken hem niet op.
Hij draait zich om. Dertien grijze auto’s telt hij op weg naar zijn appartement. Het ontspant niet.
Thuis zoekt hij een overhemd zonder kreukels. Hij wrijft drie keer over zijn linkeroorlel, ademt diep in en uit voor hij opnieuw de route over de kade neemt.
Stevige golfjes slaan kapot tegen de wand, meerkoeten zitten op hun bewegende afvalbergje. De geur van koffie, de man zit met een mok op het bankje voor zijn woonboot.
‘Goedemiddag.’
Hij antwoordt niet.
Bezweet arriveert hij bij de speciaalzaak. Heeft hij zijn voordeur wel op slot gedraaid? De aanblik van de roze bijenkorfjes die in het groene bakje op hem wachten kalmeert hem niet zoals hij hoopte.
Met het scherpste mes doorklieft hij de dorre peul. Hij schraapt het merg eruit, tikt het mes op de steelpan. Donkerbruine stipjes vallen in de borrelende room. Hij vist het glibberige transparant uit een kommetje water, knijpt het uit, laat het oplossen in de warme zuivel.
Ondanks de tijdsdruk laat hij het mengsel helemaal afkoelen. Hij verdeelt het over twee vormpjes, krijgt het verlangen om de pan uit te likken. Nee.
Eén haal met zijn wijsvinger, vlak voor het hete kraanwater de pan raakt. Een druppel room valt op zijn borst, een gelige vlek op het witte overhemd.
De puddinkjes komen perfect uit hun mal. Stevig en zacht drillend, als haar borsten. Met precisie drupt hij wat coulis erbovenop. Hij zou een grote hap willen nemen.
Ze kan ieder moment hier zijn. Hij draagt een schoon en gestreken overhemd, zijn oksels ruiken fris. De deur van de slaapkamer gaat dicht. Hij loopt op de gedekte tafel af, ontsteekt de kaarsen alvast, legt een vork recht.
Een hard, schril geluid, hij herkent het niet. Wanneer hij door het spionnetje kijkt ziet hij dat ze er is, een afgedekte schaal in haar handen. Ze draagt een jurkje met bloemmotief. Bohemian style, daar heeft hij over gelezen. Ze lijkt op het model van de abri’s door de stad.
Opnieuw het schrille geluid, hij doet open. Op ballerina’s is ze klein, dat vindt hij fijn.
‘Laat je me binnen, Timothy?’ Ze kust hem op de wang en loopt naar het keukenblok alsof ze hier jaren komt. ‘Wat doen die rekken op het aanrecht? Heb je de vaatwasser schoongemaakt?’ roept ze te luid.
Hij glimlacht als ze naar hem toe komt.
‘Zullen we dan maar?’ zegt ze.
Hij schuift haar stoel aan, schenkt de Pouilly-Fumé in. Hij kent het lijstje met gespreksonderwerpen uit zijn hoofd.
‘Timothy, de schaal,’ lacht ze door zijn woorden heen.
Hij springt op, loopt naar het aanrecht, neemt de schaal om die op tafel tussen de kristallen glazen neer te zetten. Bij het verwijderen van het aluminiumfolie bereikt een muffig zoete geur zijn neus. Het ruikt naar de zondagen die hij bij zijn oma doorbracht. Zijn bord moest altijd leeg.
‘Chili con carne, een geheim familierecept.’ Een knipoog, ze neemt zijn bord en schept te veel op. Er valt iets, een roodoranje vlek op het witte tafelkleed.
Ze draait het zoutvaatje open en strooit de inhoud eroverheen. ‘Zo verdwenen.’
Ze glimlacht, hij vergeet haar te spiegelen.
Hij neemt een hap, probeert de geur en de gedachte aan oma te negeren. Haar blote voet aait vluchtig zijn onderbeen.
Hij slikt, wrijft drie keer over zijn oorlel en veert op. Trekt haar mee naar het keukenblok.
‘Timothy, wat doe je?’ giechelt ze. Haar hand kruipt over zijn flank. Ze beweegt zich dichter naar hem toe, fluistert: ‘Nu is het nog warm.’
Hij tilt haar op het aanrecht.
‘Even geduld, stouterd. Kom.’ Een knipoog, ze springt ervan af.
Hij houdt haar tegen, pakt haar steviger beet.
‘Timothy, je doet me pijn…’
Hij heeft haar stem niet eerder onzeker gehoord. In haar hals bonst een lijn. Haar ellebogen drukken in zijn borst.
Door haar bij de haren te pakken, krijgt hij haar mee. Ze gilt, het verrast hem niet, haar vuisten komen venijnig op hem neer. Daardoor laat hij zich niet afleiden, hij licht haar been, geeft haar een harde klap, duwt haar in het apparaat en vergrendelt de deur. Vandaag kiest hij het intensieve programma.
De kaarsen worden gedoofd. Hij drinkt de glazen leeg, schraapt de borden af, laat de schaal in de pedaalemmer verdwijnen. De rekken verhuizen naar de tafel, met schuurmiddel boent hij het aanrecht. Het gebonk vanuit het keukenblok verstomt – hij geeft de vaatwasser een klopje.
De desserts mogen alvast wat acclimatiseren. Hij neemt het laatste gestreken overhemd uit de kast, dan heeft hij ze verdiend.
In zijn fauteuil bestudeert hij de panna cotta's met frambozencoulis – ze naderen perfectie met een paar losse vruchtjes en het muntblaadje bovenop.
Het mooiste exemplaar mag als eerste. Het fluweelzachte vruchtje rust een tel op zijn tong voor hij het tegen zijn gehemelte drukt. Een siddering als het zuurzoete sap zijn mond vult.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.