Mijn vader durft niet meer op te staan uit zijn stoel. ‘Kun je mij overeind helpen? Dat durf ik niet. Er is steeds die afgrond die ik over moet. Ik zie een afgrond onder mijn voeten. Ik weet heus wel dat die er niet is, maar toch durf ik niet op te staan van mijn stoel omdat ik hem dus wél zie. Ik raak erdoor uit mijn evenwicht. Ik ben wankel.’
Ik kijk de diepte in, help hem uit zijn stoel en we lopen eroverheen alsof de vloer van glas is. Terwijl ik hem naar de wc help probeer ik te zien wat er zich diep onder zijn voeten afspeelt. Ik wil het terug de grond in stampen, dat wat hem bang maakt.
Hij ligt in de badkuip te vechten. Hij is daar ik weet niet hoe in terecht gekomen want hij neemt al jaren geen bad meer. Juist omdat het dus zo moeilijk is om eruit te komen. Hij is een andere man dan de man die een douche neemt in een waterval, die met zijn blote billen in de zon ligt.
‘Het is zo’n troep. Alles ligt ondersteboven. Het hele huis op z’n kop. Alles is stuk.’
Ze doen de richels tussen de stenen. Daar schrapen ze en raspen ze.
Het schilderwerk. volgens mij ook het schilderwerk. Gaan ze doen.
Het huis staat in de steigers. Tussen ons en de wereld zit gaas.
Een wit filter. Mijn huis staat aan de Bosporus.
Voor het zelfde geld aan de Bosporus.
Maar natuurlijk niet. Dan was ik dichtbij. Een kleine zee over naar het onbeschrijfelijke.
Hij ligt op zijn rug in het bad. Onder de koude kraan. Zo is hij gevonden. In het ziekenhuis ligt hij in een opblaasdeken met warme lucht. Hij moet weer op temperatuur komen.
Waarom zou ik dan schrapen en schilderen. Of schrijven of
tandenpoetsen
Als we weer terug zijn bij zijn stoel, vraagt hij of ik het vliegtuig zie dat voor de deur geparkeerd staat. Ik zie iets weerspiegeld in het glas wat heel goed de neus zou kunnen zijn.
Als het bezoekuur voorbij is loop ik op straat en zoek ik hem. Dan zie ik hem zwaaien achter het grote raam, zoals je die op vliegvelden hebt, om de toestellen te zien opstijgen.
Hij zwaait me uit tot het vliegtuig verdwenen is.
Het water vonkt, de lucht flitst. De donkere lucht flitst.
Ik ben hier nog. We zijn hier nog. Alles is goed.
Achter komt dubbel glas
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.