Ik ploegde me door het archief van het Rode Kruis en ineens bestond mijn stamboom niet langer uit namen alleen. Ik kende de verhalen van mijn grootvader over de dreiging, de retoriek, het bombardement op de stad en zijn uiteindelijke deportatie. Nu lag het bewijs van zijn verblijf in Kamp Amersfoort onder mijn neus: een vergeeld persoonsbewijs van Häftling nr. 11078 met een dikke streep door de familienaam. ‘De gevangenen verloren hun identiteit.’ Legde de medewerker van het archief uit toen ik even niets zei.
Ik kreeg een map documenten mee naar huis.
Die nacht bleef ik lang op. Met de papieren op schoot volgde ik het pad dat nr. 11078 in veewagens en treinen door Europa had afgelegd. Van ieder station, over elk strafkamp kwamen de lang vergeten verhalen naar boven: hoe hij van alles en iedereen gescheiden werd, dat hij kaalgeschoren en uitgehongerd te werk gesteld werd, vernederd zoals iedereen op wie hij leek of die zich net als hij aan verzet had gewaagd. Hoe hij tijdens het vervoer naar Straflager Rheinhausen uit de trein was gesprongen en gehuld in vrouwenkleding terug naar Nederland gelopen was waar hij als mens herkend noch erkend werd.
‘Maar,’ herinnerde ik me zijn woorden. ‘De ergste pijn kwam niet van het bombardement. Niet van de ontmenselijking en de uitzichtloze transporten. Die kwam niet van de honger. Niet van het geschreeuw of de slagen, niet van de leren laarzen waarmee ze mijn gezicht verbouwden. De ergste pijn kwam van het gemak waarmee alles zich voltrok. Hoe een heel volk er een van nummers werd. Mensen van papier. Alle geschrokken blikken van getuigen die over hun schouder naar hun eigen belangen loerden en daarom niets deden wat het geweld écht kon stoppen. We waren de muizen waarmee de katten speelden.’
Ik legde de papieren net weg toen op televisie het Oekraïense luchtalarm schalde. Na acht jaar dreigende taal trokken, door Poetins woorden, nu ook zijn raketten en tanks de grens over. Steden werden gebombardeerd, soldaten gevangen genomen en de eerste getallen van burgerslachtoffers kwamen naar buiten. Mensen werden cijfers.
Ik zat erbij en dacht eraan, zoals de hele westerse wereld er met hangende schouders bij stond, toekeek hoe er met muizen gespeeld werd en, zich bekommerend om hun eigen belangen, afvroeg hoe dít zich kon voltrekken. Misschien moeten we accepteren dat de wereld die we gisteren voor onmogelijk hielden de wereld is waar we vandaag in leven.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.