papieren helden

FB

Mij zien staan

Ziektes!

Ziektes! Wat zijn het er toch veel! En wat kunnen mijn medemensen er toch veel en lang over vertellen!
Zwaar gebukt onder ziekteverhalen ga ik - gezond - door het leven. Wetend en vrezend dat mij, mocht ik zelf ooit ook een ziekte krijgen, een nog zwaarder lot staat te wachten: eenieder die lucht krijgt van mijn ziekte komt prompt aanwaaien met zijn eigen geval, of dat van vrienden, familieleden of buren met dezelfde ziekte.
Ik vraag me af of ik, als ik zou besluiten vanaf vandaag iedereen om me heen het dringende verzoek te doen niet meer over ziektes te praten, nog wel vrienden, kennissen en buren zou hebben.
Is eenzaamheid ook een ziekte?
Maar dan een waar je het met niemand over hebt.

Thuiszitten zoveel als ik wilde

Er was een tijd dat ik thuis kon zitten zoveel als ik wilde, maar werkelijk thuis zijn, ho maar. Ik had een bank, daar zat ik op. Ik had een platenspeler met platen die ik kon spelen. Er liep een poes, een levende poes, door de kamer. Ik had vrienden en vriendjes. Planten. Ik kookte, at en waste af. In dat huis. En ik was steeds niet daar. Maar ergens anders. Of nergens. En als ik eens ergens anders was, was ik ook niet daar maar ergens anders. Of nergens.
Als ik mijn zelf van toen met de kennis van mijn zelf van nu een brief zou mogen sturen, zou dat een getekende brief zijn. Met een schets van een op mij lijkend, op de bank zittend wezen, maar dan alleen de contouren. En een volle, rijk gedetailleerde Sylvia, een eindje boven de lege Sylvia zwevend.
Maar ik weet niet of ik de boodschap toen zou hebben begrepen.

Mij zien staan

Mij zien staan. Het is noodzakelijk dat op een dag iemand mij ziet staan. Of zitten. Niet liggen - dan is het te laat. Zie mij maar. Ik kijk terug! Wilde ik dat er naar me gekeken wordt? Nee! Wie wil er nou dat er naar hem of haar gekeken wordt. Ik sta standaard achter een zuil. Achter zuilen staan zij die wel danwel niet bekeken willen worden. Van hen die achter zuilen staan omdat ze wel danwel niet bekeken willen worden is altijd wel één ontsnappende linkerteennagel te zien. In één linkerteennagel ontvouwt zich de hele wereld, zelfs een hele persoon, als je linkerteennagels goed weet te lezen. Niemand ziet me! jeremieer ik, terwijl ik wens te veranderen in een pak Jozo zeezout. Mijn naakte ziel neerleggen voor de kijker, zoals een kat een dode muis voor zijn baas neerlegt, dat wil ik! Alleen zou ik tegelijkertijd de baas, de dode muis, de kat, kijker en mijn naakte ziel allemaal zelf willen zijn. En dát maakt het nodeloos ingewikkeld.

Ruzie tussen bovenlichamen

Ik had vroeger een geliefde met wie ik heel veel ruzie maakte. Hij ook met mij. Soms waren we heel erg ruzie met elkaar aan het maken in bed – een goede plek om de laatste ruzie van de dag uit te vechten of de eerste ruzie van de dag in te beginnen: Jij dit! Jij dat! Nou jij dan! Ja ik zeker weer! – en dan waren intussen onze voeten al bezig zich met elkaar te verstrengelen. Buiten ons medeweten, zich niets aantrekkend van het spektakel dat daar bovenin onze lichamen plaatsvond. Als onafhankelijke tentakels met een eigen wil en brein die zelf beslisten welke daden in naam der liefde moesten worden begaan.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,