Het is mijn neus
Ik ben het niet; het is mijn neus. Mijn neus is ongelukkig. Ik ben niet mijn neus, maar als mijn neus niet gelukkig is, ben ik het ook niet. Mijn neus wil doen waar ie voor gemaakt is: ruiken. Mijn neus snuffelt de hele dag aan alles waar ook maar iets ruikbaars uit opstijgt. Vandaag de dag meestal: eten, thee, haardvuur, wasmiddel, inkt, biobak, wc, rivierklei, hond, kat, schone lakens, vuile lakens, mijn man. Prachtige geuren die ik de afgelopen decennia goed heb leren kennen. Ik zeg tegen mijn neus dat ie tevreden moet zijn met dat wat ie heeft. Dat zeg ik ook tegen mezelf. Mijn neus zegt: Zo kom ik niet vooruit! Vroeger stond je op balkons van treinen te midden van een stuk of twaalf verschillende lijven die geurden naar werk, liefde, haast, winst, verlies, shampoo, zeep, leer, uien, whisky, red bull, bier. Jij vond dat verschrikkelijk; jij stond te lijden. Maar ik, ik… En waarom ga je nooit meer naar het theater? Die honderden mensen bij elkaar, uniek geurend naar hun plezier. En je kust, knuffelt, likt, port, poert, potelt, beft, baft, boeft nooit meer iemand anders dan je man! Jij bent tevreden met die geestdodende huis-, tuin- en keukengeuren. Terwijl ik… Je begrijpt toch dat ik me zó niet kan ontwikkelen! Dat ik verschrompel tot een klein en onbetekenend diertje dat jammerlijk gevangen zit op jouw gezicht! Jij boft maar dat ik er niet vandoor kan gaan.
Per ongeluk iemand een hand
Per ongeluk iemand een hand gegeven. We staken uit. Blote huid op blote huid. Muis, vingers, communicerende levenslijnen. Duim. Geef me de vijf – was niet gezegd. De vijf reikten. Ze wilden elkaar. Zoals elke vijf een tien wil worden. Het was gebeurd voordat er een halt toe was geroepen. Een bekeuring uitgedeeld. Schande gesproken. Mijn linkerhand benijdde de rechter-, maar hield zich afzijdig. Om bovenop die twee zondaren nog een derde schuldige te drukken – wellicht nog een vierde… Wat duurde die handdruk trouwens lang! Twee handen die elkaar niet los konden laten. De hand. Van een ander! Een hand!
Lamenietlachen
Lamenietlachen, zeg ik tegen de lamenietlachenman die zijn lamenietlachenmeisje toeknikt met een lamenietlachenlachje,
wat van zo’n ontstellende lamenietlachenmentaliteit getuigt dat ik mijn lamenietlachenlach verberg achter mijn lamenietlachenhand,
terwijl mijn lamenietlachenschouders de last afschudden die de hele lamenietlachenwereld erop neer heeft gekwakt.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.