papieren helden

FB

G.

G. vertelt

G. vertelt me waar ik het afgelopen jaar ben geweest. G. herinnert zich beter dan ik waar ik het afgelopen jaar ben geweest. En wanneer. Hoe lang. Waarom ik er was, dat weet ik dan weer beter. Denk ik. G. weet me te vertellen wat voor mij de hoogtepunten waren van het afgelopen jaar. Ik probeer ze te ontkennen. G. legt er foto’s bij van de hoogtepunten van het afgelopen jaar. Ontkennen heeft geen zin. G. zegt dat ik het afgelopen jaar tijdens mijn reizen een kwart van de aardomtrek heb afgelegd. Zie je, ik had dus best ergens kunnen komen. G. vraagt of hij mij ook het komende jaar overal mag vergezellen, met een opschrijfboekje in de hand. Ik zeg tegen G. dat hij op moet hoepelen. G. zegt dat dat oké is, maar dat ik daar wel last van ga krijgen. Ik geef G. een klap in zijn gezicht. G. stuurt een reclame-uiting op mij af van incontinentiemateriaal. Waar ik gretig op aansla, want ik doe het in mijn broek van G’s niet aflatende pogingen om overal bij mij te zijn en alles van mij te weten.

G. weet

G. weet dat ik heel vaak thuis ben. G. doet wel net of ik verschrikkelijk bereisd ben met de achtendertig wereldsteden die ik heb bezocht, maar ik ben bijna altijd thuis. Weet G. wat ik daar doe? Ik ben heel stil als ik alleen thuis ben. Denk ik. ‘Ik ben heel stil als ik alleen thuis ben. Denk ik,’ sprak ik zojuist hardop uit. Wat spreek ik nog meer hardop uit? Bijna alles? ‘Ik ga maar eens de was ophangen.’ ‘Wat een klootzak, die lul van een Johnson’, ‘Eerst maar eens ontbijten.’ G. weet wanneer ik ontbijt. Maar niet wat! O. Kijkt G. ook op de bonnetjes van Albert Heijn? Arme G. Dat hij naar mijn bonnetjes van Albert Heijn moet kijken. Dat hij naar mijn hele leven moet kijken. Ik zou bijna zeggen dat ik eens een wat opwindender leven zou moeten gaan leiden. Het lijkt me, zoals het nu is, voor G. heel saai. Voor G. is niets saai? G. kent geen saai? G. kijkt en luistert maar heeft geen oordeel? Maar… dat is precies zoals ik zelf zou willen zijn! Heeft G. deze begerenswaardige trede op de ladder der verlichting bereikt zonder daarvoor te hoeven zwoegen en lijden? G. lijdt nergens aan? Maar G. vindt ook niks leuk. G. wordt nergens blij van. G. geniet niet. En ik wel! Zo! Eén-nul. Nou jij weer, G.!

G. en God

God keek vroeger ook de hele dag naar mij, waar ik ook was en wat ik ook deed. Ik weet niet eens zeker of ie daar wel mee is opgehouden. Eerst zeiden ze dat ie dat doet en daarna zeiden de mensen - soms dezelfde – dat ie dat niet doet. Ik heb van God nooit een bewijs ontvangen dat hij me overal volgt en alles van me heeft gezien en gehoord. G. daarentegen stuurt me voortdurend berichten over mijn gangen en mijn daden – hij lijkt er trots op te zijn dat hij alles weet. Daarom begrijp ik G. ook niet zo goed. Als je iemand volgt, schaduwt, moet je dat stiekem doen. Dat zou ik doen, als ik bijvoorbeeld iemand zo leuk zou vinden dat ik alles van hem of haar zou willen weten, dan zou ik heel discrete spionnen inhuren. En alle informatie die ik verkreeg voor mezelf houden. Ik zou die in geen geval delen met de begeerde persoon, want die zou zich met de wetenschap achtervolgd te worden zeer zeker niet pluis voelen. De verkregen informatie zou ik slechts gebruiken om de persoon makkelijker te kunnen verleiden tot een pas de deux. Nu probeert G. dat – op zijn manier – natuurlijk ook. Mij te verleiden. Maar niet tot een pas de deux. Nee, met G. is het niet zo gezellig.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,