Ten eerste zijn er de verhaaltjes. De verhaaltjes die ouders je vertelden, je je kinderen vertelt, voor het slapen gaan. Wat gebeurt daar.
Verward, gespannen, veel te veel meegemaakt en opgestoken weer die dag. En dan een verhaaltje. Waarin alles kan, zomaar alles kan. Dat sust, dat wiegt.
Ten tweede zijn er stramienen. Laat de ander erge dingen doen, een aantal erge dingen doen, en dan, op een gegeven ogenblik, mogen wij. Laat ons iets verliezen, iets moois, iets groots en prachtigs, en dat moet dan terug. Op zeker moment, moet dat terug. Want van ons.
Zie de kindjes dromen. Fictie kan de wereld goed kapot maken.
Boetsja, Borodjanka, Kramatorsk. De verzonken stad Marioepol, nog onontdekt, waar mobiele crematoria hun ruimwerk aan het doen zijn. Vrachtwagens zijn dat, met een soort buis achterin, denk aan waar je je lege flessen instopt bij de supermarkt. Lijken glijden daarin weg, een buis naar niks, naar voor altijd weg.
Een doorgeslagen land, met doorgeslagen leiders en een grotendeels doorgeslagen volk. Steeds enger wordt de taal. De verzonnen taal. De taal van Untermensch en Übermensch, van gepermitteerde, nee vereiste, want noodzakelijke volkerenmoord. Het zijn nazi's en kindermoordenaars. De anderen.
Nu zit jij in Squid Game. Jij bent de anderen. Opgejaagd, bijeengeveegd, en een bom op jou. Dood voor je je doel bereikt, dood voor je oud mag worden, dood voor je eerste liefde.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.