Het huis dat ze hadden gehuurd lag aan de rand van een nieuwbouwwijk, ongeveer één kilometer van het bos waar Elin als kind kwam. Er waren kennissen van haar moeder geweest die in deze wijk hadden gewoond. Toch had Elin weerstand gevoeld tegen dit huis. Het had ramen zo groot als rechtopstaande parkeerplaatsen. Ze hielden alle warmte binnen. Volgens Louis was het de enige betaalbare optie geweest. Om zo dicht bij haar familie te zijn, zonder ze al te veel tot last te zijn. De kleine huilde ’s nachts om de twee uur. Ze had de hele weg niet geslapen.
‘Zullen we eerst eten en dan uitpakken?’ riep Louis terwijl hij naast Elin stond die al was begonnen. Ze ging onverstoorbaar verder met tassen uitladen. De kruiden in dit huis stonden op kleur. Het was te heet om te praten. De baby begon te jammeren.
‘Hoe laat gaan we naar je moeder? Of komt ze hierheen? Elin liep naar de wc, deed de deur op slot en legde haar hoofd op haar schoot. Na een tijdje was het stil geworden in de woonkamer. Ze veegde af, trok door en liep terug naar binnen. Louis en de baby lagen op de driezitsbank te slapen. Het zag er zo vredig uit, dat ze bijna vergat wat er was gebeurd. Buiten liep de buurvrouw voorbij. Ze gluurde naar binnen en probeerde oogcontact te maken, Elin keek weg en ging verder met uitpakken.
Op de inductieplaat borrelde een pan groentesoep. Het huis was comfortabel op een manier dat het haar beangstigde. Alsof de verhuurder de komende tien jaar niet meer stil zou staan bij de keuzes die er gemaakt waren. Als je in de tuin op je tenen stond, kon je de hellingbossen zien. Louis kwam achter haar staan en legde zijn armen om haar heen. Ze deed een stap opzij.
‘Ik ga zo even…’ mompelde ze. Alles knelde, als een te strak elastiek rond je middel. Ze voelde zich bekeken, zelfbewust op een manier die haar niet beviel. Anders dan toen ze student was en Gauloises rookte aan de bar, lachend met een glas wijn in haar hand. De baby, het huis, het raam – alsof ze in een aquarium zat, de auto, al die moeders, die allemaal echte moeders dachten te zijn en dan Louis die nergens last van leek te hebben.
‘Wat ga je doen?’ De schutting achter hem was de op één na goedkoopste van de bouwmarkt. Ze had zin in sterke drank. In plaats ging ze tiktokvideo’s kijken aan de hoogglans witte tafel.
Helemaal aan de rand van de wijk stonden vrijstaande villa’s. Daarachter rook het naar mest en koren. De wieken van de molen legden schaduwen op de landweg. Elin ademde diep in en begon te lopen. Zo snel als ze kon. De kleine dommelde langzaam in op het ritme van haar stappen, op het geluid van het knisperende grind onder haar sandalen en misschien ook wel op de gedachtes aan vroeger, toen ze haar stuiterbal had geruild tegen een koeienbot. Haar buurmeisje had haar verzekerd dat het een echt bot was. Elin had het geheimgehouden en het bot met haar leven bewaakt. Ze had er tien jaar later nog bij stilgestaan, toen een wandelaar menselijke botten had opgegraven in een akker voorbij de molen. Ze had teruggedacht aan haar koeienbot en zich afgevraagd of het wel echt van een koe was geweest.
Haar telefoon trilde in haar broekzak. Ze was midden in hun ruzie weggelopen. Hij moest het zelf inzien. Haar afwezigheid was geen list of schreeuw om aandacht. Daar was ze te moe voor. Ze wilde ook niet denken aan de email.
Op het veld stonden de hooibalen waar Elin en haar klasgenoten als elfjarigen op klommen om te tongzoenen. Zowel de jongens als de meisjes zoenden met elkaar. Ze droegen dezelfde truien, broeken en schoenen. Ze waren één soort mens geweest, van hetzelfde niveau en met hetzelfde accent. Van hun ouders mochten ze niet voorbij de weg komen. Maar ze voelden zich onverwoestbaar.
Ze liep de helling op, waar het pad meer dichtbegroeid werd. Verderop was een grindgroeve, en als je helemaal omhoogklom, kon je de weg zien waaraan het kruis stond met de tekst:
‘Boe bis diech?’
‘Waar ben jij?’
Gericht aan God of aan de beschouwer. Elin stapte over een bosje brandnetels heen en bereikte de groeve. Ze herkende direct de omgevallen boomstam. Haar zus had hier ooit een fotoshoot gehouden met een zwartwit rolletje in een analoge camera. De bedoeling was dat ze sexy zou zijn. Hun moeder was boos geworden dat ze alleen het bos in was gegaan. De foto waar ze met een strohoed en ontblote schouders op de omgevallen boomstam naar de lucht lachte, had toch een plekje op het dressoir tussen de Griekse vazen gekregen. Elin keek er als kind elke ochtend naar. Als haar moeder ruw haar haren borstelde en er zoveel vragen op het puntje van haar tong lagen.
De kleine was bezweet. Haar wangen waren rood. Elin twijfelde of ze haar uit de draagdoek moest halen, maar wandelde door. Ze probeerde na te denken over Louis, wat ze moest doen. Het lukte haar niet omdat ze opgejaagd werd door de angst die haar was aangeleerd.
‘Boe bis diech?’
Ze hadden allemaal gedacht dat het niet om God maar om de achttienjarige Tanja ging.
‘Waar is Tanja?’
Volgens de geruchten was ze voor het laatst bij deze bossen gezien. Via deze weg fietste ze terug van haar ontgroeningsfeestje. Vlak voor het feest had Tanja Groen haar moeder gebeld en verteld dat ze aardbeien hadden geplukt. Ook vertelde ze dat ze de was bij een vriendin had gedaan, maar dat ging niet helemaal goed. Alles was grijs geworden. Ze zou twee dagen later met de trein naar huis komen. Om 14.00. Haar moeder wachtte op Tanja op het perron, maar ze kwam nooit.
De baby begon te zeuren, ze wilde drinken. Elin ging op de grond zitten, en legde haar aan. Ze was water vergeten, maar zette zich over haar dorst heen. Ze wilde nog niet terug. De wind zorgde voor een aangename temperatuur. Er klonk geritsel in de struiken. Melk vloeide over de baby haar gezicht. Met haar ene hand depte ze haar wang droog. De andere hand schoot instinctief naar haar telefoon. Daar waren enkel een paar gemiste oproepen van Louis.
De angst van haar moeder was pas tot Elin doorgedrongen op de dag dat Marc Dutroux was ontsnapt. Elin moest rond 16.00 een fles cola bij de supermarkt halen. Met de zware colafles, stapte ze naar buiten waar ze haar moeder overstuur aantrof.
‘Dutroux is ontsnapt,’ zei ze alsmaar. Ze hield Elins hand zo stevig vast, dat haar knokkels lichtgroen kleurden. Elin had alleen maar gedacht dat het wel heel dom van Marc Dutroux zou zijn om tijdens zijn ontsnapping een kind te kidnappen. Om haar moeder gerust te stellen, bleef ze binnen totdat Marc 152 kilometer verderop door twee Duitse Herders werd gepakt.
De lakens roken naar wasverzachter. De eigenaar van het nieuwbouwhuis had ze zo diep tussen het matras en bedframe gestoken dat Elin zich moeilijk kon bewegen. Op de vensterbank stond een kamerplant met dode puntjes. Tussen de hor en het raam bromde een vlieg. De geur van Louis oksels lokte Elin naar hem toe. Ze zoenden, wild. Ze scheurde de lakens van zich af, alsof ze opgevouwen zaten in een dichte enveloppe. Ze zochten elkaar op, zij zocht hem op en duwde hem vervolgens weer weg. Ze wilde niet te veel aandacht van hem. Ze wilde dat hij haar behandelde als een willekeurige voorbijganger. Hij deed te liefdevol. Ze beet in zijn lip. Hard. Hij draaide weg en ze smeekte ‘sorry.’ Hij legde haar op haar rug en begon tussen haar benen te likken totdat ze klaarkwam. Ze kwam zo hard klaar, dat ze haar nek verrekte en vloekte. Daarna kwam hij in haar. Hij ging steeds sneller. In haar ontwaakte een schreeuw – een brul zo hard dat het pijn deed aan haar keel. Ze beet in zijn schouder, waarop hij terugdeinsde.
‘Ik ben zo fucking boos,’ schreeuwde ze. Wetende dat dit wel het meest ongeile was wat ze hem kon aandoen. Ze voelde zich lichter.
Ze ontbeten zwijgend. Elin zag hoe Louis na het ontbijt probeerde te ontspannen op het ligbed in de tuin. Ze waste de borden af, stopte de kleine in bed, liet de kruimels op het kookeiland liggen en liep naar buiten. De straat op. De blik van de buurvrouw brandde op haar huid.
Als ze dacht aan hoe de ontbinding erin sloop, had ze het begin ervan niet kunnen aanwijzen. Met de komst van de baby was het erger geworden. Ze had niet doorgehad dat ze nu iemands vijand was. De macht van Louis’ moeder was verschoven naar Elin. Zonder dat Elin dit had gewild. De vragen, de communicatie, het verantwoorden, ze was het niet gewend. Haar schoonmoeder was teleurgesteld. Waarom kwamen ze niet elke zondag met het gezin lunchen. Logeren. Samen op vakantie. Een bosje bloemen. Chocolaatjes. Etentjes. Telkens zette Elin koffie, voerde beleefde gesprekken. Liet zich de les lezen en voelde zich gespannen. De moeder wilde meer. De moeder was zo ontzettend verdrietig. Het was nieuw voor Elin geweest. Ze had tien jaar lang alleen gewoond. Ze had geen vader. Ze had een moeder met een vol leven. Zelfs nu ze in het vakantiehuis in haar moeders buurt was, hoefden ze elkaar niet te zien. Ze vertrouwden elkaar. Het was een verschrikkelijk gevoel voor Elin, ze kon niet omgaan met de druk, de ontevredenheid en de enorme teleurstelling. In haar schoonmoeders ogen was Elin nu de baas. De moeder voelde zich aan de kant geschoven en schreef een email aan Louis.
‘Bloed blijft, de rest komt en gaat,’ schreef ze. ‘Zij of ik.’
Zodra Elin de straat uit was, gleed haar blik langs de nis van de stoep, langs uitgedroogde plassen, tussen hardnekkig gras en voorbij het fietspad. Ze zocht naar alles wat er hoorde bij het leven van een achttienjarige. Een spoor. Naar alles wat Tanja onderweg kon hebben verloren. Glitterlipglos, plastic armbandjes, een dagboek vol, de geur van Jill Sander, het lauwe bodempje bittere bier, een tas te groot voor één avond, te klein voor de weekenden, het vriendje, de gel, merkboxershort, de voorgevormde gevulde bh, een onpraktische fiets, cd’s, het kussensloopje, een string, het naïeve, het alwetende, mysterie, mogelijkheden, toekomst, keuzes, vrijheid, veilige, onveilige, neukende, verdriet en de rest dat bij het leven hoorde.
Terwijl ze zocht, slonk haar woede. Ze liep over het bospad, langs de linden. De krans stond nog steeds in Louis’ schouder. Hij had niet voor haar gekozen.
Hij schreef ‘lieve mams’ en ‘sorry’ en ‘ik houd van je.’
Ze liep verder, dieper het bos in. In de lucht vloog een valk. Hij wist waar ze was. Elin boog voorover en plukte bloemen, zich niet herinnerend wanneer ze dat voor het laatst had gedaan.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.