Als ik me niet vergis herinner ik me een huis in een Noord-Frans dorp zo’n godverlaten plek waar Édouard Louis zo snel hij kon vertrok
waar 's winters drie vuren branden en je alleen maar stilte hoort
of misschien het balken van de ezel en de voetstap van een boer
zonder tanden in de zuigende grond
Aan een touw hangt op zijn kop een gans te bloeden, daarachter torent een schuldige rots waarin gedeukte helmen slingeren van soldaten die hun schedels hebben afgestaan en ook ik heb daar veel gelopen en misschien loop ik daar nog altijd, herten schieten weg of worden weggeschoten, ik loop maar door maar in het huis met de drie vuren kom ik denk ik niet meer aan
Er schijnen hier nooit sterren, ijswater druppelt naar beneden
en ik denk aan het huis met kerst, waar we tot na middernacht aten en dronken en spellen speelden. Overal schenen kaarsen en
flonkerde vuur in onze glazen wijn, we maakten Russische pavlova
zoals we dachten dat ze in de grote koningshuizen deden en keken
naar het schilderij van vervlochten piemels en borsten en vagina’s
waar alleen wij de Ware Kunst in konden zien
Ik loop door, ik stap stevig maar geloof niet dat ik ooit nog dichterbij kom onder mijn voeten de zuigende kracht van de modder verzadigd
met splinters soldaat en vocht van allang uitgebloede ganzen en
ik weet dat ik er nooit meer kom maar toch denk ik aan het oude, kleine huis met de drie vuren en ooit, lang geleden, de kerstfeesten daar.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.