papieren helden

FB

De busrit

Iedereen wil met Talaash rijden. De bus met de felle kleuren, geel, rood en groen. Met de schilderingen van Amitabh Bachchan en Bob Marley aan de voorkant en op de achterkant zijn naam in koeienletters. Muziek wordt in Talaash altijd op de hoogste volume afgespeeld. Muziek van Reinforcement en GT Connection is favoriet. De bus staat verder bekend om het swingen, de chauffeur manoeuvreert de bus van links naar rechts op de weg. Verschillende bussen op de route Lelydorp naar Paramaribo passeren, maar er wordt gewacht op Talaash. Samen met mij wachten een twintigtal anderen bij de bushalte. Ik moet naar de stad. Een shirt kopen. Gwen wacht ook bij de bushalte. Gestoken in skinny jeans en hemd dat als een pseudo jurk functioneert. Op haar rechterschouder hangt haar Eastpak rugtas nonchalant. Ze heeft haar lange haar los. In de zon vallen haar sproeten nog meer op. Ze staart voor zich uit. Hoe dichter ik bij haar kom, hoe harder de kriebels in mijn buik tekeergaan. Als ze maar eens wist dat ze met haar lach mij morsdood kan maken. We zitten op dezelfde school. Ze zit een klas hoger. In de pauze staat ze altijd bij de fietsenstalling met haar vrienden. Ze neemt alle tijd om haar brood te eten. Wanneer ze tussendoor praat, heeft ze haar hand voor haar mond. Netjes en respectvol. Ze drinkt het liefst rode soft. Uit een zakje. Ze heeft nooit het hoogste woord. Als ik nu erover nadenk, weet ik niet hoe haar stem klinkt. Ik stel me voor dat wanneer ze praat bloemen opengaan en de tijd vertraagt. Ze draagt altijd eenvoudig. Een shirt. Hemd. Met een jeans. Stijlvol. Passend. Niet strak. Je kan wel zien dat ze mooi figuur heeft. Moet wel voor iemand die aan volleybal doet. Haar naam heb ik vaak in de krant gezien. Pata's wisselt ze af met lederen sandalen. Soms is haar haar opgestoken. Soms in een staart. Soms in een bol. En heel zeldzaam los. Ik hoor in de verte Holland ano Paradijs. De groep begint in beweging te komen. Ik zucht. Zo dadelijk begint de strijd om een goede plek te bemachtigen. Als je in het gangpad een plek vindt, moet je steeds opstaan wanneer iemand achter je wil uitstappen. Talaash stopt precies voor Gwen. Om haar heen verzamelt de massa zich. Ik sta er helemaal achteraan. We stappen de bus in. Wanneer ik erin stap is er bijna geen plek. Ik kijk voorin de bus en zie dat er achter de chauffeur nog een plek is. Je moet wel met je benen opgetrokken zitten. Ik ga er zitten en kijk even naar rechts. Nee. Onmogelijk. Naast mij zit Gwen. Ze kijkt uit het raam. Het zweet breekt mij onmiddellijk uit. Ik probeer rustig te ademen, maar het lijkt alsof mijn longen niet genoeg zuurstof krijgen om te verwerken. Mijn knieën beven. Ik weet niet of het komt door mijn zenuwen of door de trillingen van de motor die onder de zitting zit. Ik moet wat tegen haar zeggen. Maar wat. En hoe. Straks vindt ze me een sukkel. Een stalker. Ik concentreer mij op de drukke weg met de verschillende auto's, brommers en fietsers. De zon schijnt fel aan de heldere hemel zonder wolken. Plotseling hoor ik intro van Sontin van Papa Touwtjie. Ik luister naar de woorden van de legendarische profeet. Terwijl ik de woorden meezing instrueer ik de onzichtbare muzikanten met mijn handen. Ik hoor de andere passagiers meezingen als een koor. Talaash pompt het volume en begint te swingen. Ik kijk naar rechts en zie dat Gwen luidkeels meezingt. Ze kent het lied. Ik zit plotseling in theater Thalia. Midden in de zaal. Ik ben alleen. Het is pikdonker. Alle licht schijnt midden op het podium. Daar treedt Gwen op. Ze zingt het lied Sontin onder begeleiding van een pianist. Ze heeft een rode jurk aan met een bloem in haar haar. Een Faya lobi. Haar gitzwarte ogen fonkelen. Haar rode lippen articuleren de woorden van de poku extra. D'r haar waait mee met de wind. Beyoncé, schuif op, er is een nieuwe Queen. Ik ga mee met het ritme. Ze kijkt mij recht in mijn ziel aan. Ik begin te zweven. De galmen in haar stem trekken mij naar haar toe als een magneet. Ik begin schoolslag te zwemmen in de lucht. Ik kom steeds dichterbij. Ik zwem steeds harder. Anthony Nesty kan het goud vergeten, het is van mij. Ik ga haar een stevige brasa geven. Ik word uit de droom gesleurd door de schel van de bus. Talaash stopt. Er stappen twee personen uit. ‘Mag ik langs?’ hoor ik plotseling naast mij. Gwen wil ook uitstappen. Ik trek mijn benen op en laat haar passeren. Ze stapt uit. Ik kijk hoe ze langs de bus loopt die langzaam optrekt. Dan draait ze om en kijkt me aan. Ze lacht. Droom ik weer? Nee, ze lacht. Naar mij. Ik lach terug. Talaash geeft meer gas. Ik draai mij om en kijk haar weer aan. Ze kijkt nog steeds naar mij en maakt een knipoog. Ik ben dood.

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,