In de Slaapfee werd ik verwelkomd door een slungelige man met een baard en een bril. Hij stelde zich voor als Jerome en zei dat ik in goede handen was. Zijn ruime ervaring in bedden, matrassen en sinds kort ook tuinmeubelen, stonden geheel tot mijn beschikking. Mijn rugklachten en nachtmerries zouden verdwijnen als sneeuw voor de zon.
In je remslaap droom je niet, verklaarde Jerome. Alleen in de oevers van het ontwaken komt je onderbewuste af en toe boven water en droom je. Dromen is een teken van slechte slaap. Hij verzekerde mij: ‘Met onze matrassen slaap je zo diep dat je niet meer droomt.’
Jerome serveerde koffie met veel melk. Er bleef wat melkschuim onder zijn snor plakken toen hij me langs het assortiment leidde. Hij droeg witte gympen met witte sokken en zijn tred was zo licht dat hij van bed naar bed leek te zweven. Wellicht lag het aan mijn slaaphouding, opperde hij nadat we na meerdere boxspringmatrassen bij het memoryfoam waren aangekomen en ik ook daar ontevreden vanaf kwam.
‘Wilt u, speciaal voor mij, nog een keer plaatsnemen?’ vroeg hij.
Voor ik het wist, lag hij naast me.
‘Probeer eens uw zij,’ stelde hij voor.
Ik draaide me een kwartslag naar hem toe en we lagen face to face. Zo te ruiken had hij voor lunch brood met hummus gegeten. Hij leek me iemand die dat zelf thuis maakte met een vijzel en veel knoflook. Op zaterdagen maakte hij grote porties en dan haalde hij verse pita’s van de markt. Hij had warme bruine ogen waarin de zon leek onder te gaan. Plotseling kleurden ze dof en streng. Hij zei: ‘Ik bedoel uw andere kant, meneer,’ waarop ik gehoorzaamde.
‘Hoe voelt dat?’ vroeg hij.
Ik wachtte even met antwoorden en zei: ‘Je mag wel je tegen me zeggen.’
Hij legde zijn arm op mijn zij en ik liet hem liggen.
Het bed kostte duizend euro, het matras tweeduizend. Een bedrag dat ik zelfs niet met steun van het AFK kon ophoesten, maar die ik van Jerome rustig op afbetaling mocht kopen. Het geld was niet belangrijk, verzekerde hij me. Een goede rug daarentegen was onbetaalbaar. Het bed werd al na drie dagen thuisbezorgd. Ik moet bekennen dat ik teleurgesteld was dat Jerome hem niet zelf kwam brengen. In mijn mooiste overhemd zette ik koffie voor twee mannen met witte handschoenen. Ze droegen petjes met het logo van de Slaapfee en dronken hun koffie zwart en snel.
Het bed was groot en leeg. De eerste paar keer dat ik ’s avonds mijn ogen sloot, zag ik hem nog wel. In de verte, als een vuurtoren, stond Jerome daar. Hij was een vuurtoren op een eiland in de oceaan en gidste me. Ik zwom naar hem toe, dieper de remslaap in. Voordat ik een glimlach ontwaarde en de zon schitterde in zijn brilglazen, ging ik kopje onder. Ik ontwaakte alsof ik duizend jaar had geslapen. Van mijn rug had ik alleen nog last als ik mijn tenen aanraakte en plotseling opsprong. Dan voelde ik een scherpe pijnscheut door mijn onderrug jagen die pas na minuten oploste in kalme golven. De golven deden me denken aan het melkschuim in Jerome’s baard. Met het verstrijken van de droomloze nachten vervaalde de herinnering aan hem, zijn bruine ogen werden niet meer dan een vlek. Het warme gevoel dat ze me bij onze ontmoeting hadden gegeven, loste op. Soms zocht ik de pijn expres op en sprong ik gehurkt door mijn woonkamer als een kikker.
Ik ging terug naar de winkel. Ik zei dat ik een nieuw kussen nodig had en vroeg naar Jerome. Een kalende jongeman met grijsblauwe ogen ving me op. Jerome had een nieuwe uitdaging gevonden. De jongeman serveerde zoete muntthee en legde me vriendelijk uit wat het verschil was tussen hun vele veersoorten. Sinds kort hadden ze schapenwol uit Nieuw-Zeeland, die moest ik echt proberen. Hij praatte aan een stuk door tot ik naar het memoryfoam matras liep en hem vroeg of hij naast me wilde komen liggen.
Hij keek me niet begrijpend aan.
‘Ik weet toch niet hoe zo’n kussen voelt als ik in mijn eentje op bed lig?’
Daar gaf hij mij gelijk in. De man trok zijn schoenen uit en nam plaats naast me. We lagen op ons rug. Hij had zijn handen op zijn buik gevouwen. Ergens in de winkel tikte een ventilator bij het draaien.
‘Waar denk je aan?’ vroeg ik.
‘Niets,’ antwoordde hij.
Ik draaide me naar hem toe. ‘Zou je willen slapen zonder te dromen?’ vroeg ik.
Hij draaide zich naar mij toe en zei: ‘Voor geen goud.’
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.