De maanden hier vooraf
Leken één
Slapeloze nacht
Omdat een liefde me bekroop
Die ik niet kreeg weggekrabd
- Jwal
quand il me pénètre, il touche mon cœur, mais jamais violent
- Anaïs Nin
I. Proloog
Gij hebt mij met de ed'le drang verblijd
De wijde wereld in't gemoed te schouwen
Uw hand omgordde mij met vertrouwen
Dat veilig mij door uw stormen leidt
Alsof st-gilles 't licht in onze ogen giet
En een rijk der kunst doet binnentreden
En me warm vervult met dankgebeden
Ofschoon gij een engel zijt of niet
II. Het nieuws / Jeuk me
Liefde jeukt en het zou maar saai zijn om gevoelloos door het leven te gaan
Het zette zich al op mijn verstand en mijn organen en mijn zintuigen en nu ook mijn huid ja pff uiteindelijk is het ook niet zo veel verschil met wat ik voorheen voelde
Maar ik vind het ook spijtig dat je opnieuw moet behandelen omdat je daar niet naar uit hebt gekeken
III. Elkaar niet mogen raken
Ik wil uw schuimpjes en uw scheef
Uw bibber en uw beef
Uw linkertepel die ik smeek
Me je te laten slikken tot mijn keel
Ik wil uw foef en uw goed
Uw bloed en uw brein
Uw conversaties ingekapseld in mijn hartje klein
Ik wil wrijven en ik wil wringen
Tussen dijen en uw billen
Tussen lippen en uw tijd
En nooit meer eten (zonder spijt)
Ik wil leven van uw liefde! Van nicotine en uw grijns
Uw gruwelijk zachtaardig lijf dat mij eindelijk doet sidderen van de stijf
Tellen! Smachten! Alle dagen dat ik u mag verwachten doen me pijn en plezier
Ik wil u ginds tussen de kerselaar, de lente met u bedrijven
Het liefste snel en het liefste hier
IV. Veel Veren
wij zijn een morgend
het is subliem
daar lig je dan
Bregje met de ochtend in de haren
en je handen al de hele nacht
rond mijn hart, rond mijn hart
je handen
met een zachtheid
alsof je een vogeltje vasthoudt
voorzichtig na het op te vangen
wanneer het je wild tegemoet kwam
er piepen ondertussen strepen zonlicht langs het gordijn het is subliem
de wereld is nieuwsgierig
naar wat je silhouet
al die tijd al in haar handen hield
het is een zwaluw! fluister ik in je oor
donkerblauw
of een roodborst! of een mus!
het is veel vogels
roept mijn hart plotseling zelf
tussen je vingers
ik ben veel vogels, zegt het,
ik kan alles zijn
ik ben geliefd en niet gevangen
V. Een Mooi Gebaar
ik heb ergens in mijn borstkas een waakvlam branden
soms voelt het alsof de hitte wat is gaan liggen
vanwege gedoe en gekrab
maar dan als ik even niet oplet
dan voel ik de vlammen weer in mijn vingers
dan begint de waakvlam te zingen
ze komt terug
en alles met je huid wordt weer normaal
en alle bedachte bedenkingen
elke zin naar woorden
elke overpeinzing die een flou vlies trok rond de herinnering aan een lach, of elkaar vinden op de tast
smelt als honing op haar
dankjewel, waakvlam, dat is aangenaam
ik zou zelfs durven zeggen: een mooi gebaar
VI. Lockdown Deel II
Heel
dit
gedoe
is
vervelend
het
staat
onze
verliefdheid
in de
weg
ik twijfel
waar er geen
twijfel
nodig was, ik wou dit met
u
en nu en goed
mezelf openstellen na jaren dicht
Zit Naast Me Op Een Ster (Terug Samen)
Zit naast me op een ster
maakt niet uit
voor mij, een naïef neefje
zonder broers, wie je kust en in welke
kwartalen
wij knabbelen genoeg liefde van de vleugels
tot we vliegen
wij is en wij
wij is en misschien niet enig
maar toch heel even:
een flits, ster, staart
het is dat ik een thuis zoek
en al veel geprobeerd heb en veel vriendinnen door
ongeremde romantische rotzooi en roem
razernij en
ruzie, reukzin, rust,
ratelslangen tussen lakens
verloren heb
dus daarom: een ster
het kan flitsen of niks
zijn, even zitten
en een uitzicht
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.