Het huis staat te koop want er is niemand meer over om het te bewonen. Alles is leeggehaald, door onszelf, onder toeziend oog van de stylist van de makelaar.
‘Mensen kunnen zich nu beter een voorstelling maken hoe ze er zelf zullen wonen,’ zegt de stylist. Er wordt veel gelachen met- en om de stylist. Hij draagt een modieuze bril en is zelf heel goedlachs. We staan in een zielloos huis.
Het kruis boven de slaapkamerdeur, de joodse kandelaar op mijn moeders kamer, de koran en het meditatiekrukje moeten allemaal weg. Alles wat aan religie doet denken. Ik probeer nog uit te leggen dat boeddhisme geen godsdienst, maar een way of life is. Waarom ik het in het Engels zeg, weet ik niet, maar op de een of andere manier ontlokt de stylist deze uitspraak aan mij. En waarom mag de verzameling bijbeltjes wel blijven staan?
‘Een verzameling is iets anders dan een bijbel op zichzelf,’ zegt de stylist.
De kale vensterbank in mijn moeders kamer heb ik afgenomen met een sponsje. Zelfs een vensterbankhoekje heeft schoonheid.
De vele boekenplanken zijn leeg. Alle foto’s weg. In de badkamer zijn de handdoeken opgerold. Er ligt een kleedje dat niet van ons is op de eetkamertafel. Het gaatje in het plafond is er nog wel.
Niemand weet dat de geest van mijn moeder nog door dit huis waart. Misschien spookt sinds kort ook mijn vader rond maar die heeft zich nog niet als zodanig gemanifesteerd. Geen lage onverklaarbare stem en geen klopjes op de vloer van boven.
Op de slaapkamer staat het witte beeldje van de man en vrouw die elkaar vasthouden, waar een kaarsje bij werd aangestoken door mijn vader of mijn moeder als ze zin hadden in de ander. Ik weet niet waarom dit mij ooit verteld is en of ik dat wel wilde weten maar dat gebeurt soms dat mensen je dingen vertellen die je liever niet had willen weten. En je krijgt ze nooit meer uit je hoofd.
Het mag blijven staan van de stylist.
Het huis staat nog geen dag op funda of er wordt ingebroken. Er is niks te halen, net als toen.
In mijn ouderlijk huis zitten de sleutels in de deuren, gaat de deur van de garage alleen ’s nachts op slot. Het is een familietrek om bewust slordig met dat soort dingen om te gaan. Ik stop vaak opzichtig wat briefgeld in mijn zak en ik ben nog nooit gerold. En nee, wij vragen er niet om. Het is een soort afdwingen van goed gedrag door enorm vertrouwen te tonen. Dat mijn vader nu meer op zijn hoede zal zijn, ook al doet hij stoer, vind ik jammer.
Mijn vader komt thuis en treft zwarte voetstappen op het kleed. Hij checkt alles, maar er is niks weg. De spullen van mijn vader, totaal oninteressant voor een dief.
‘Waarom breekt iemand dan in,’ vraagt mijn zus zich af in de familie-app.
‘Het juwelenkistje van je moeder lag omgekeerd op het bed, maar ook daar was niks uit,’ zegt mijn vader.
Leefde mijn moeder nog maar. Die had wel raad geweten met zo’n dief. In het jaar dat ze stierf, vertelde ze dat er zo werd ingebroken in hun buurt. En dat zij droomde dat ze de inbreker te lijf ging.
‘We hebben zo’n verticuteerhark waar je het gras mee open kan rijten en die gebruik ik dan. Ik haal zijn hele gezicht open en dan gooi ik hem de trap af, doe hem door de voordeur en leg hem in de goot.’
‘O, je legt hem helemaal in de goot zelfs?’ Ik zie voor me hoe mijn moeder het toegetakelde lichaam de oprit afsleept.
‘Kun je je voorstellen, ik die dat allemaal doe, met mijn zwakke gestel? Ik leg hem daar als voorbeeld voor andere inbrekers. Dan moet ik nog zien of ze nog zo graag komen.’
Ze vertelt dat ze een man tegenkwam op straat. Zij met haar nordic walking stokken en hij achter een rollator.
‘Daar schuifelen we dan door het leven, meneer,’ had ze gezegd.
Ze vertelt dat ze iedereen die oud is, aanspreekt. ‘Ik ga ook bij mensen langs. Mensen waarvan ik weet dat ze eenzaam zijn, omdat ik nu weet wat het is.’
Ze noemt een rijtje namen van mensen waar ze al langs is geweest. ‘En ze vinden het allemaal erg leuk dat ik kom.’
Ze had zeker bij mijn vader aangeklopt, hoewel hij niet eenzaam was, ook al zei hij vaak van wel. Je kunt je kennelijk eenzaam voelen, ook als er honderdzesennegentig mensen op je begrafenis komen. Maar misschien werkt dat wel net als op zo’n uitverkocht zomerfestival, dat we na al dat binnenzitten zo blij zijn om elkaar weer te zien.
Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.
Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.