papieren helden

FB

waar we waren waar we zijn

Is er nog een weg terug. Kunnen we terughalen in onze herinnering wat het was. Zoals het ons voor ogen stond. Wat we nu schreeuwen. Klopt dat nog. Nu we niet meer een tuin inlopen, waar een tafel, onder de vlierbloesem die de veranda overwoekert (zonder ergernis daaraan, integendeel), uitgeschoven is en uitgeschoven is, waar vrienden aangeschoven zijn en blijven aanschuiven, waar we luisteren naar een stilte die we niet meer kennen als zodanig. Waar alleen de vogels de zonsondergang onderbreken. Onze stilte, die nu stil is want geen vogels meer.

Kan ik dat nog: de merel nafluiten hoog in de boom in de achtertuin van mijn ouderlijk huis met het vogelbad op het terras. Ik hou van vogels. Was er een paradijs waar de een al dan niet uit de rib van de ander of andersom natuurlijk. Willen we terug naar die onwetendheid, die gemoedstoestand waarin je niet nadacht over waar je nu wel over nadenkt. Over moet nadenken.

Ik wil de laatste tijd alleen nog maar thuis zijn, blij met mijn muren. Mijn meubels. Mijn beeldscherm waarop ik bekijk wat er buiten gebeurt.

Waar ik nu zie hoe daar hele gevels uit huizen geblazen zijn, van binnenuit gefilmd, het huis dat geen huis meer is. En de traag bewegende slang die Kyiv nadert.

Kunnen we die slang in zijn eigen staart laten bijten. Waar is het ook alweer allemaal begonnen. Weten we dat nog. Is dat nog te herleiden. Hebben we wel broodkruimels gestrooid. Dit zijn geen vragen maar een mantra. Doet het ertoe. Waar zijn die mensen die liefde vrijheid geen dictatuur riepen. Waar zijn ze nu.

Wat is nu. Is het de boer die vertelt dat er op klaarlichte dag zomaar lichamen uit de hemel vallen. Ik geef het vaak als opdracht: verzin een onverwachte gebeurtenis en dan geef ik als voorbeeld: er valt een man uit de hemel, een katalysator. Hier wordt het drama in gang gezet. En gebruik details: een op de schuur, een ander in onmogelijke houding op het land. Later een vliegtuigonderdeel.

Of moeten we verder terug. Het Oekraïne-referendum. Denk jij ook dat dat gaat over of we gedwongen kip moeten importeren uit de Oekraïne en dat terwijl we hier kippen genoeg hebben (verontwaardiging ten top). Op dit moment weten we zeker dat we hier genoeg kippen hebben. Dit is voor de vogelgriep geloof ik. Er is een tijdje schone lucht. Er is een tijd dat astmapatiënten eindelijk kunnen ademen in de stad. Er is iemand die verzint dat er een grote herverdeling moet komen en onmiddellijk loopt rechts ermee weg als een bloedhond. Waar zijn die mensen die zo hard liefde vrijheid geen dictatuur riepen in die eindeloos lange demonstratie die met politie vechten alsof hun leven er vanaf hangt. Met hartjes en gele parapluutjes.

De traag bewegende slang die Kyiv nadert. Wanneer stopt het stukmaken. Waar is de pauzeknop.

Kijk jij nog wel eens iemand aan in de tram. Er komt een man naast me zitten in de driezitter helemaal achterin. Hij neemt zijn ruimte. Hij slaat zijn arm bijna om me heen terwijl hij die, hij kan beweren dat hij die, dat die arm daar gewoon op de leuning van de stoelen van de openbare ruimte van de gemeentelijke tram dat hij dus eigenlijk openbare ruimte in beslag neemt, zo kan hij zich verdedigen. Later. Mag dat nodig zijn. Voor een buitenstaander zit daar gewoon een stel. Als iemand al kijkt. Terwijl de vrouw (ik), daar twee haltes eerder heeft plaats genomen (ik begeef mij in de wereld soms), zich afvraagt of zijn nek voorover zal groeien, zijn blik voor altijd gericht op zijn beeldscherm en dat hij behalve lichamelijke ruimte ook nog eens auditieve/visuele ruimte inneemt omdat hij (de man) zijn filmpjes, kort, met schreeuwen, met martelen, op zijn scherm bekijkt en hardop lacht dat je bang van hem wordt, zo iemand waar je instinctief bij uit de buurt blijft. Maar ja. Zijn arm dus ligt achter mijn rechterschouder en ik kijk naar zijn hand en ik kijk naar zijn knieën die mijn kant op wijzen en ik kijk naar zijn kromme nek en ik bekijk, ik kijk wat af, hem helemaal van top tot teen, wat voor schoenen, wat voor broek, wat voor mogelijke nationaliteit. Is de man schuin tegenover hem zijn vriend, die ook op een scherm kijkt maar minder luidruchtig swipet. Komen zij iemand vluchtig vergiftigen in deze stad die niet de hunne is en waar die vrouw (ik) die achterin de tram zit. Hè zat er een vrouw achterin de tram. Nou ja, als ik (de man) het moet beschrijven, kan ze er wat mij betreft net zo goed niet zitten. Onderdeel van een decor. Zoals alles hier. Zullen we haar weghalen. We halen haar weg. Er is geen vrouw achterin een tram. Er is geen tram.

Wij moeten van A naar B of Z (hoewel wij niet bestaan). Op missie, hebben instructies (van hen die niet gezien willen worden maar anderen sturen om gezien te worden). Daar en daar stap je uit, om zo en zo laat en daar en daar smeer je het, laten we het gif noemen (of vloeibaar zenuwgas), op een deurklink van een huis van een advocaat diplomaat dubbelspion politicus (zo achterhaald politiek). En bewust onder die en die camera lopen zodat de hele tijdlijn is te herleiden. Dit is ons verhaal en dan wij thuis in ons vuistje lachen. In onze wereld valt er al weinig te lachen. Wij lachen om dode mensen. Ons ooit is een ander ooit dan jullie ooit. Ons ooit verschilt niet zoveel van ons heden. Er staat bij ons nog steeds enkel een pot augurken op tafel. En als je geen humor hebt. Hoe kun je dat leren. Naar welke school ga je dan. We maken de wereld zo dat wij er ook in passen

kleine witte mot маленькая белая бабочка vlak   humorloos  gas   baboesjka novichok шлюха

(wij komen ook jouw wereld binnen)

Dit verhaal wordt je gratis aangeboden door papieren helden.

Wil je meer lezen? Word lid en hou dit mooie blad in de lucht.

word lid

,